BONFIX

Gaskraan van BONFIX

Alles voor een veilige gasaansluiting!

BONFIX levert een uitgebreid assortiment gaskranen, aansluitstukken en gasslangen onder haar eigen merknaam.

De BONFIX gaskranen worden toegepast in gasinstallaties. De gaskogelkranen en gasaansluitkranen van BONFIX kunnen toegepast worden volgens de voorschriften voor aardgasinstallaties NEN1078 en het Bouwbesluit NPR 3387.

 

Voordelen gaskogelkranen en gasaansluitkranen van BONFIX:

  • Voorzien van het GASTEC QA kwaliteitskeurmerk
  • Toepasbaar bij temperaturen tussen -5ºC en 70ºC
  • Verkrijgbaar in knel-, soldeer en draaduitvoering
  • Vervaardigd uit kwaliteitsmessing (CuZn4OPb2 en CuZn39Pb3)
  • Kogelkranen voorzien van verchroomde messing kogel en O-ring afdichting
  • Inlaatzijde van aansluitkraan voorzien van conische buitendraad (ISO 7-1)
  • Uitlaatzijde van aansluitkraan voorzien van metrische schroefdraad (ISO 724)
  • Toepasbaar bij maximale werkdruk van 20 kPa (200mbar)

 

Technische gegevens

De huizen van alle gaskogelkranen zijn vervaardigd uit messing CuZn4OPb2 en CuZn39Pb3. De kogelkranen zijn voorzien van een verchroomde messing kogel en O-ring afdichting. Alle aansluitstukken en koppelingen zijn vervaardigd uit messing (CuZn39Pb3). De inlaatzijde van de BONFIX aansluitkraan is voorzien van konische buitendraad R 1/2” volgens ISO 7-1. De uitlaatzijde is voorzien van metrische schroefdraad M24 x 1,5 (volgens ISO 724) bestemd voor de aansluiting van een gasslangset of een 2-delige koppeling. De BONFIX gaskranen kunnen worden toegepast in situaties met een maximale werkdruk 20 kPa (200 mbar) en een temperatuur van -5 ºC tot +70 ºC. Het toegestane drukverlies voor aansluitleidingen mag maximaal 0.09 kPa (0,9 mbar) zijn. Voor installaties met een werkdruk tot 3 kPa (30 mbar) dient men NEN 1078 te raadplegen.

 

Installatievoorschrift

De aansluitkraan dient volgens de voorschriften aan de inlaatzijde verbonden te worden met de gasbinneninstallatie. Gebruik voor de montage van de aansluitkraan passende steeksleutels, welke op de speciaal aangebrachte sleutelvlakken geplaatst dienen te worden.

  1. De koperen buis op de juiste lengte inkorten.
  2. Eventuele bramen verwijderen en buiseinde controleren op krassen, verontreinigingen of vervormingen.
  3. De pijp tot aan de stootrand inschuiven.
  4. Wartelmoer handvast aandraaien tot alle speling weg is.
  5. Met passende sleutel volgens voorschrift aandraaien.
  6. 1 - 1½ draai voor de diameter 15 mm en ½ – ¾ draai voor de 22 mm.
  7. Hierna de verbinding controleren op dichtheid.